Het nieuwe pensioenstelsel in 7 stappen

Minister Koolmees heeft op 12 juni jl. publiekelijk bekend gemaakt dat de gesprekken over de uitwerking van het Pensioenakkoord met werkgevers- en werknemersorganisaties zijn afgerond. Hieronder hebben wij de belangrijkste wijzigingen uit het pensioenakkoord nog een keer opgesomd. Wat betekenen de voorgenomen pensioenwijzigingen voor jou?

Het nieuwe voorgestelde pensioenstelsel is moderner en persoonlijker dan het huidige. De overstap hiernaar zal grote gevolgen hebben voor alle huidige pensioenovereenkomsten. Deze moeten allemaal worden aangepast. Naast wijzigingen voor jouw ouderdomspensioen wijzigt ook de AOW-leeftijd. Hierna volgen de belangrijkste 7 wijzigingen uit het pensioenakkoord.

1. De AOW-leeftijd
De AOW-leeftijd is op dit moment 66 jaar en 4 maanden. In het nieuwe pensioenakkoord is afgesproken dat deze AOW-leeftijd tot 2021 niet omhoog gaat. Vanaf 2022 zal de AOW-leeftijd stijgen naar 66 jaar en 7 maanden, in 2023 naar 66 jaar en 10 maanden en in 2024 naar 67 jaar.

In het pensioenakkoord is afgesproken dat de koppeling tussen de AOW-leeftijd en de stijging van de levensverwachting verandert in 2025. Een stijging van de levensverwachting heeft minder invloed op de stijging van de AOW-leeftijd. Eén jaar langer leven betekent acht maanden later AOW. En niet 1 jaar zoals nu het geval is. Op basis van de nu geldende wetgeving vindt de verhoging van de AOW-leeftijd al plaats als de gemiddelde levensverwachting met 3 maanden stijgt. Hoewel het wetsvoorstel nog niet bekend is, zal conform afspraak als in de toekomst de gemiddelde levensverwachting met 3 maanden stijgt, de AOW-leeftijd niet met 3 maar met 2 maanden zal stijgen.

2. Afschaffing doorsnee premie
Bijna alle pensioenfondsen gebruiken een doorsneepremie. Dit houdt in dat jouw werkgever voor alle werknemers dezelfde premie afdraagt. Door dit systeem betalen jongere werknemers voor het pensioen van oudere werknemers. In het principe pensioenakkoord is afgesproken dat de premie leeftijdsonafhankelijk wordt en leidend voor de pensioenopbouw. Pensioenopbouw wordt lager naarmate je ouder wordt, degressief.

3. Opnemen pensioenbedrag ineens
Op de pensioendatum hebben deelnemers een aantal keuzemogelijkheden om hun pensioen naar eigen wens in te richten. In het pensioenakkoord is afgesproken dat mensen op de pensioendatum eenmalig een bedrag ineens mogen opnemen. Dit wordt ook wel de zogenaamde “One off” genoemd. Dit betreft maximaal 10% van de waarde van het ouderdomspensioen. Omdat er na deze opname een lager levenslang pensioen overblijft, gelden er wel een aantal voorwaarden.

4. Eenvoudiger nabestaandenpensioen
Het nabestaandenpensioen zal eenvoudiger en uniformer moeten worden. Inmiddels is er meer bekend over de invulling van het nabestaandenpensioen. Bij bepaalde life events, zoals wisseling van werkgever, ZZP-schap, werkloosheid of scheiding, bestaat de kans dat er (tijdelijk) geen of minder dekking is voor het nabestaandenpensioen. Dit probleem wordt opgelost.

5. Nieuwe contractvormen
De grootste wijziging is dat de min of meer harde toezegging over de toekomstige pensioenuitkering wordt losgelaten. Er komt opbouw in een premieregeling met een premie die voor jong en oud gelijk is. Er komen twee typen contracten:
– het nieuwe pensioencontract; en
– de verbeterde premieregeling.

Alle pensioenregelingen moeten hierop aangepast worden. In beide regelingen is de beschikbare premie het uitgangspunt. Middelloon- en eindloonregelingen met de toekenning van aanspraken, zijn niet meer toegestaan.

  • Het nieuwe pensioencontract
    In het nieuwe systeem wordt gesproken over verwachtingen. Er is geen sprake meer van aanspraken, rekenrente en dekkingsgraden. De pensioenopbouw van deelnemers vindt plaats in de vorm van ‘een voor de uitkering gereserveerd vermogen’. Dit gereserveerde vermogen wordt opgebouwd met de premies, rendementen en solidariteitsreserves.Het gehele vermogen binnen een pensioenregeling wordt collectief belegd met één collectief beleggingsresultaat. De portefeuille moet aansluiten bij de gezamenlijke risicohouding van alle deelnemers. Risico’s worden evenwichtig gedeeld tussen alle generaties.
  • Nieuwe verbeterde premieregeling
    Sociale partners kunnen ook kiezen voor een verbeterde premieregeling. De verbeterde premieregeling kent een meer individuele en een collectieve variant. De individuele regeling bestaat al, met de collectieve variant wordt dit type contract beter toegankelijk voor pensioenfondsen. In beide contracten wordt het mogelijk om meer risico’s te delen dan nu het geval is en mag een variabele uitkering de standaard worden. Deelnemers behouden de mogelijkheid om te kiezen voor een vaste uitkering in plaats van een variabele uitkering.

6. Pensioen en Arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ZZP-ers
Het overgrote deel van de 1,2 miljoen zelfstandigen bouwt geen aanvullend pensioen op in traditionele zin. Desondanks wordt u als zzp’er niet verplicht om pensioen op te bouwen via een pensioenfonds of verzekeraar. Wel biedt het nieuwe pensioenstelsel de mogelijkheid om deel te nemen aan een pensioenregeling. Ook krijg je waarschijnlijk te maken met een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering. Deze is alleen niet verplicht wanneer je als zzp’er kunt aantonen dat jij over voldoende vermogen beschikt om dit risico op te vangen.

7. Vroegpensioen
Werkgevers krijgen tijdelijk de mogelijkheid om aan werknemers die bijna AOW-gerechtigd zijn een vroegpensioenregeling aan te bieden waardoor ze eerder kunnen stoppen met werken. In het principe pensioenakkoord is afgesproken dat met ingang van 2021 de werkgever geen boete hoeft te betalen wanneer je drie jaar voor jouw AOW-leeftijd met pensioen gaat en maximaal 20.200 euro bruto per jaar ontvangt. Dit bedrag is gelijk aan de netto AOW-uitkering voor alleenstaanden. Hou er hierbij wel rekening mee dat eerder met pensioen gaan, ook minder opbouw van het pensioen betekent.

Wil je meer weten over wat het nieuwe pensioenstelsel voor jou betekent? Neem contact met ons op en wij zullen jouw vragen proberen te beantwoorden.